Als actrice zat zij in diverse toneelgezelschappen. Tot ze de liefde voor regie vond. Het creëren van theaterstukken met een eigen concept, idee, vorming en uitvoering is het liefste wat ze doet. Bestaande stukken, waarmee ik naar mijn mening mensen kan ontroeren zowel in een traan als in een lach, omvormen naar een eigen iets, eigentijds, herkenbaar voor iedereen, met een duidelijke boodschap om mee te nemen. Da’s wat haar drijft. Da’s ook de reden waarom Inge Theatergroep Motus heeft opgericht omdat ze dergelijke intenties niet terugvond in de andere gezelschappen.
(Op de foto links zien welinks Inge Mariën (TG Motus) rechts Leen Roels (ECRU Erfgoed)
2 jaar geleden startte dit gewoon als een idee. De pandemie kwam in ons land en ik was genoodzaakt om te stoppen met werken. Omdat ik niet de persoon ben die thuis rustig gaat zitten wachten, ging ik ergens in Genk, in de cité, op een bankje zitten (een inspiratie oefening die ik wel eens vaker doe gewoon naar de mensen rondom kijken en daar theatraal een verhaal rond bedenken) en ik zag daar 5 jonge gasten. 5 verschillende nationaliteiten, tweede generatie zonen van mijnwerkers en het viel mij op hoe prachtig zij met mekaar omgingen. Er was geen racisme of anders zijn onder hen, het waren gewoon vrienden en ik dacht bij mezelf zo was dat vroeger in de steenkoolmijnen ook. Er kwam bij mij een gevoel van, ik woon al zoveel jaren in Zolder, mijngemeente, ik wil iets maken rond de steenkoolmijn.
Maar hoe begin ik hieraan? Waar vind ik een verhaallijn, interessant anders, allesomvattend, herkenbaar voor iedereen en natuurlijk ontroerend genoeg. Zo schuimde ik het internet af, de bibliotheken in de regio en kwam bij het boek “DIEP de mijnologen” van Johan Veldeman. 9 getuigenissen van mensen die In de mijn hadden gewerkt en daar stond het verhaal van 1 vrouw tussen, Hilda Put. Ik kreeg meteen kippenvel toen ik haar getuigenis las en ik wist dat mijn zoektocht Voor de verhaallijn voorbij was. Wat ik toen nog niet wist was dat mijn zoektocht toen maar pas begon.
Ik zocht Hilda, en ik zocht mijnwerkers. Ik deed een oproep op facebook pagina’s van mijnwerkers en ik werd overladen door koolputters die maar al te graag hun verhaal deden. Interviews, feiten, verhalen, anekdotes, mails, boeken, affiches, alles kwam op mij af. Één voor één, in de buitenlucht omwille van het contactgevaar tijdens corona, ontmoette Ik de mannen en luisterde naar hun. Ik ontmoette eindelijk Hilda Put zelf ook en wist meteen hoe ongelofelijk deze vrouw wel is. Alles werd nauwkeurig opgeschreven en gebundeld. En toen ging ik al die bundels samen vormen tot 1 theaterstuk. Ik begon te schrijven, en te schrijven maanden aan een stuk soms dag en nacht. En zo werd Wit goud, zwart stof Geboren.
Hilda is een jong meisje van 22 jaar die in 1966 begon te werken in de melk bar van de mijn in Zolder.
Als vrouw tussen 9000 mannen hield zij stand tot op het einde. Ze werkte 30 jaar lang in de mijn van zolder en werd hierdoor “de moeder van de mijnwerkers” genoemd. Toen in 1971 Lilac door de onrust in de mijnen stopte met het uitbaten van de melk bars in de mijnen over heel Limburg nam Hilda als dappere en moedige vrouw de taak op zich om de koolputters van Zolder te blijven bedienen met hun kriekske en dagelijkse benodigdheden. Een risico, een zware taak, een levenswerk, een engagement buiten alle grenzen, een vertrouwenspersoon voor elke koolputter. Een vrouw om nooit te vergeten!
Het theaterstuk brengt het verhaal van Hilda, bij haar eerste werkdag in 1966 tot haar laatste werkdag in 1996. Het kreeg de steun van ECRU, MIJNerfgoed, cc Muze, de gemeente Heusden-Zolder en de kunstacademie Heusden-Zolder.
Het wordt opgevoerd op 2-3-4-9-10 September in cc Muze in een totaalproject bij de viering van 30 jaar sluiting steenkoolmijn.
Ticketverkoop start vanaf 7 mei. Tickets zijn te verkrijgen via cc Muze.
Vanaf 7 mei lanceren we ook voor het eerst de affiche, die is gemaakt door kunstenaar Alex Gybels (ex-mijnwerker) waar hij meer dan 3 maand aan gewerkt heeft.