Het natuurgebied ‘De Vallei van de Mangelbeek’ ligt tussen de dorpscentra van Heusden en Zolder. De woonkernen groeiden historisch op twee getuigenheuvels. Een tocht in de vallei van de Mangelbeek leidt je langs afwisselende landschappen en laat je kennis maken met natuur en historie van weleer.
KLIK HIER voor heel de folder te lezen van Limburgs Landschap nv waarvoor onze dank.
Natte voeten
Wie er in ‘De Vallei van de Mangelbeek’ op uittrekt, kan
de nodige nattigheid verwachten. Valleien, zoals die van de
Mangelbeek en haar zijbeken, waren altijd moerassig tot
men voor de landbouw afwateringsgrachten aanlegde. Het
werk op deze kleine perceeltjes was zo arbeidsintensief dat
de interesse voor deze marginale gronden snel wegviel op
het moment dat de economische situatie – onder andere
met de opkomst van de mijnbouw – drastisch veranderde.
Toen het onderhoud van de afwateringsgrachten
achterwege bleef, de grachten hun functie verloren …,
werd het gebied weer natter. Daarbovenop kwam later de
verzakking van de ondergrondse mijnen. Daardoor werd
de afwatering nog veel lastiger en kan zelfs het rioolwater
en slib via de Schansbeemdenbeek nog moeilijk weg. Dit
heeft negatieve invloed op de fauna en flora in het gebied.
Limburgs Landschap probeert hier samen met lokale
overheden een oplossing voor te vinden.
Europees belangrijke elzenbroekbossen
De aanwezigheid van waterplassen, open moeras, elzenbroekbossen en venig berkenbos wijst op de
waterrijkdom van het gebied. Broek- of moerasbossen zijn zelfs zo belangrijk en uniek dat men ze op Europees niveau heeft beschermd (als ‘Habitatrichtlijngebied’).
In de venige berkenbossen komen – je raadt het al – vaak veenmossen voor. Deze mossen functioneren
als een spons: ze kunnen sterk uitdrogen, maar nemen van zodra het regent, veel water op. Veenmossen
hebben nog een andere bijzondere eigenschap. Ze vormen dikke pakketten waarvan het onderste deel
afsterft (waardoor veen ontstaat) en de bovenste laag doorgroeit. In het voorjaar fleuren dottterbloemen
met hun dooiergele kleur de elzenbroekbossen op.
Stroomversnelling
Hoeveel de elzen en berken uit de broekbossen ook van water houden, het mag niet té nat worden.
Dan houden de bomen het voor bekeken en sterven af. Wie een diversiteit aan biotopen wil behouden,
moet dus naar een gulden middenweg zoeken: net genoeg water, maar niet te veel of te weinig. Dat
de ‘Schansbeemden’ midden in een verstedelijkte omgeving ligt en sommige buurtbewoners soms last
hebben van ondergelopen tuinen, maakt deze zoektocht extra delicaat. Vandaar dat Limburgs Landschap
vzw aan een geïntegreerde visie voor het hele gebied werkt. De overstromingsproblematiek in enkele
woonwijken, de drassige wandelwegen en het behoud en de ontwikkeling van meer natuur worden allemaal
samen aangepakt.
Kleinschalig landschap met een verleden
Op de drogere gronden ontwikkelde zich vroeger een kleinschalig cultuurlandschap. Limburgs Landschap
vzw probeert de oude houtwallen met zomereiken, hooilanden, graslanden en akkertjes zo goed als het
kan, te verbinden en te herstellen.
Dit natuurlijk netwerk levert heuse verbindingswegen op waarlangs vlinders of kleine zoogdieren als
vleermuizen, zich kunnen verplaatsen. Het vormt ook een thuisbasis voor talrijke planten en vogels.
Begrazing
Heel anders dan het landschap met de keurige, grazige vlakken en strakke boomlijnen, zijn de zones waar
bosjes, struwelen, ruigten en graslanden als een mozaïek langs elkaar voorkomen.
In die zones zorgen zelfredzame gallowayrunderen voor het dagelijkse beheer. Deze dieren vinden in het
gebied het jaar rond voldoende voedsel en hebben een sterk kudde-instinct. Limburgs Landschap vzw wil
met deze grote grazers zoveel mogelijk natuurlijke processen hun gang laten gaan: terwijl in het voorjaar
de dieren het jonge gras opeten en zo ruimte maken voor kruiden, ruimen ze in de winter ruigtes op en
knabbelen ze aan takken en bomen. Zo ontstaan weer nieuwe open plekken. Via hun vacht verspreiden ze
zaad. Hun mest is dan weer een bron van voedsel voor plant en dier