Het Ulburghshuis in Heusden-Zolder heeft vandaag een boeiende lezing georganiseerd door Hans Claus, een man met een rijk gevulde carrière. Claus is bekend als gepensioneerd directeur van de gevangenis van Oudenaarde, maar ook als promotor van detentiehuizen, kunstenaar, schrijver, en criminoloog. Zijn inzichten in de wereld van gevangenissen en hun invloed op de maatschappij zijn uniek en diepgaand.
Tijdens zijn lezing deelde Claus zijn ervaringen met de evolutie van het gevangenissysteem in België. Hij beschreef hoe de gevangenissen vaak een weerspiegeling zijn van de bredere samenleving, waarbij maar liefst 80 procent van de gevangenen afkomstig is uit sociaal kwetsbare milieus. De rijke en machtige klassen, aldus Claus, beschikken over de middelen om zich te verdedigen en blijven vaak buiten het systeem. Dit leidt tot een oneerlijke verdeling van strafrechtelijke gevolgen.
Claus benadrukte ook de structurele tekortkomingen binnen de gevangenissen, met te weinig aandacht voor de menselijke kant van detentie. Gesprekken, psychologische hulp, en begrip voor de redenen waarom mensen in de gevangenis belanden, worden vaak verwaarloosd. In plaats daarvan ligt de focus vooral op het behouden van de orde en het systeem. Dit is precies waarom Claus voorstander is van detentiehuizen, waar de nadruk ligt op meer humane behandeling en re-integratie.
Hij verwees naar zijn boek Verklaring van 30 november, waarin hij richtlijnen schetst voor een meer leefbare wereld. Hij stelt dat de huidige staat van de samenleving niet langer houdbaar is, en dat er dringend behoefte is aan verandering.
Op 21 oktober zal Tony Van Haver de volgende spreker zijn in het Ulburghshuis. Hij is voogd van tientallen niet-begeleide minderjarige asielzoekers en auteur van het boek Wat zij krijgen is minder dan wat ze verloren. Van Haver zal ongetwijfeld waardevolle inzichten delen over zijn werk met deze kwetsbare jongeren. Deze reeks lezingen belooft een waardevol platform te bieden voor diepgaande en maatschappelijk relevante discussies. Met veel dank aan Lambert Reynders voor verslag en foto's