De bladeren vallen, goud en rood,
de avond kleurt, de lucht in nood.
Een briesje speelt met tak en blad,
de dag verdwijnt, de nacht is glad.
Droom zacht van bomen in hun glans,
van wolkenvelden, volle kans.
De sterren kijken, stil en trouw,
de nacht hult jou in donk’re schouw.